MAX Maakt Mogelijk zet zich in voor ouderen. Maar in Moldavië komt Jan Slagter ook vaak kinderen tegen die het moeilijk hebben. En daar kan hij zijn ogen niet voor sluiten. De kinderen zijn de toekomst van Moldavië. Maar als zij geen scholing krijgen, gaan ze dezelfde uitzichtloze toekomst tegemoet als hun grootouders. Veel kinderen kunnen in de winter niet naar school omdat het ze ontbreekt aan een belangrijke voorwaarde: schoenen.
Jan Slagter bezoekt Anna Cernitova, ze is moeder van vier kinderen van wie een kindje is overleden door de honger en de kou. De vader van haar kinderen zit in de gevangenis en tijdens deze periode is Anna verkracht waardoor ze zwanger raakte van een tweeling. Het gezin heeft een totaal inkomen van 56 euro. Schoonmoeder woont ook bij het gezin in. Dit inkomen moet gedeeld worden door vijf personen. Hierdoor blijft er geen geld over voor genoeg eten, hout in de winter en warme kleding of schoenen om de kinderen mee naar school te laten gaan.
MAX Maakt Mogelijk zet zich ook in voor kinderen op school die door honger of vermoeidheid in slaap vallen tijdens de les
In 2014 bereikt MAX Maakt Mogelijk het bericht dat een groot aantal hongerende, schoolgaande kinderen in het Moldavische dorp Stefanesti grote moeite heeft zich op de lessen te concentreren. Ze vallen tijdens de les in slaap! Een aantal schoolplichtige kinderen gaat zelfs nooit naar school omdat de armoede in de agrarische gemeenschap hen elke dag dwingt met de ouders of grootouders op het land mee te werken. MAX Maakt Mogelijk is daarom op de school, voor basis- en voortgezet onderwijs in Stefanesti, een voedselproject begonnen. In de keuken, die tevens door MAX Maakt Mogelijk is gefinancierd, krijgen tientallen jongeren in de schoolkantine dagelijks een warme maaltijd. Een aantal straatarme gezinnen krijgt daarnaast thuis regelmatig een voedselpakket. Het voedselproject heeft ook nog een ander positief gevolg. Doordat de kinderen nu elke dag voldoende voedzaam eten krijgen, is dat een financiële ontlasting voor de (groot)ouders die de schamele opbrengsten van hun landbouwproducten nu voor zichzelf kunnen gebruiken.